Elinor op zondag

Als kind had ik al snel een hekel aan wandelen. Bomen>saai, heide*>saai, zandheuvels>mwah, lange stukken je ene voet voor je andere voet zetten>saai, kleffe boterhammen waar ter plekke met een bot mes gesneden plakken tomaat op gingen>keisaai. Al fresco, my ass. De parkeerplaats niet kunnen vinden is geen, ik herhaal: GEEN avontuur.
Dit jaar heb ik voor mijn verjaardag een cursus paddenstoelen plukken gevraagd bij Edwin Flores. En een bijl, een mooi damesbijltje. Ik word een beetje opgewonden van de geur van houtvuurtjes. Drie hoog, woon ik, in Amsterdam, de oervrouw in mij wil de bloemetjes eens flink buiten zetten.
Wandelen is goed voor mij, ik wil bomen zien, het ruisen horen na zo’n week op kantoor, het is een fysieke maar ook mentale noodzaak, m’n lichaam moet werken, m’n hoofd op nul. Ik duw de kar tot ik transpireer en adem diep in. Ik vul mijn longen. Hou het vast. In de stad adem ik kort, hou instinctief in als er een scooter langskomt. In de stad is je fiets zijn gewicht in goud waard. Lees verder

Kim op zondag

Ik wilde eigenlijk een stukje tiepen over het hoe en waarom achter de stilte op straat in Nijmegen op een zondag. Maar dat interesseert natuurlijk geen hond. Gisteren was ik op een feestje van een vriendin, P., waar ik mee gestudeerd heb in Utrecht. Ze woonde bij me om de hoek, we zagen elkaar veel en gingen vrijwel altijd samen uit en thuis. Tijdens een van die uitjes hadden we echt veel te veel gedronken (dat kwam vaker voor) en zwalkten we samen midden in de nacht over het fietspad. We woonden aan de Amsterdamsestraatweg, een heel lange, rechte straat met een mooi geasfalteerd fietspad ernaast (klinkt heel rustiek dit, maar in werkelijkheid is die straat – zeker overdag – echt de hel. Iedereen fietst er hard, harder, hardst en er wordt nergens zoveel op elkaar gescholden als daar). Onze sturen raakten in elkaar en daar gingen we. P. is wat zwaarder dan ik, dus terwijl ik gewoon strak tegen de vlakte ging, vloog zij een eind vooruit en vergat zich in alle dronkenschap op te vangen met haar handen. Lees verder

Elinor op zaterdag

Eén keer ben ik op fietsvakantie geweest. Van Nancy (FR) naar Wapse (DR). We zijn bij Maasbree de trein in gefietst, Nederland vonden we te saai. We waren niet zo heel erg goed voorbereid. Ik wilde op mijn omafiets, maar onder zachte dwang leende ik de citybike van Toos met twaalf versnellingen. Dat vond ik er veel te professioneel uitzien, bovendien had Floor achter haar fiets (drie versnellingen) een bak hangen waar een grote, reumatische en tikkie valse herder in zat. En ze had een soort skrillex-dreads-do en die haarsigaartjes deinden fijn op de wind. Ik moest het doen met een pet van een bekend kettingzaagmerk, mijn vlassige staartje stak er aan de achterkant uit. Mijn fiets kreeg zijn cool door de bouwvakkersghettoblaster die we met ducttape voorop het stuur bonden. We hadden een stapel bandjes mee, De Kift en Bob Marley kan ik me herinneren maar dat lijkt me sterk, wel Sublime, en stampgabber – géén happy. Ik leerde Doe Maar kennen. Vooral De Kift klinkt goed op de fiets. Lees verder

Kim op zaterdag

Plekken waar je liever niet komt, deel 1: de fietsenstalling naast station Nijmegen in het weekend.
Fiets-6

Kim op vrijdag

Ik zie het helemaal voor me: hoe mijn moeder ons op haar fiets zette, ik achterop in het zelfgemaakte zitje, mijn zusje voorop, en naar de supermarkt fietste. Daar deed ze voor de hele week boodschappen. Bij de kassa werd alles in tassen geladen, terug in het winkelwagentje gezet en eenmaal terug bij de fiets werden alle tassen weer uitgeladen en in mandjes en fietstassen gestopt. Daarna moesten mijn zusje en ik weer terug in onze zitjes. De fiets zal minimaal 30 kilo hebben gewogen. Mijn moeder stapte op en fietste weer naar huis. Onderweg zongen we liedjes van Kinderen voor Kinderen.

Elinor op vrijdag

zokanhetook
(James Kerr.)

Kim op donderdag

Vandaag viel me op hoeveel meer alles je opvalt als je loopt. Onderweg naar huis besloot ik de route binnendoor te nemen. Ik zag hoe erg het al herfst is, hoe de natte bladeren tegen de stoep plakken, voelde hoe mijn voeten af en toe wegrolden over lege kastanjehulzen, en besjes uiteenspatten onder mijn zolen (ik dacht toen ook dat ik mijn voeten echt even goed moest afvegen voor ik thuis naar binnen zou stappen, maar dat terzijde). Ik luisterde naar een podcast en moest af en toe hardop lachen, waar ik dan steeds accuut weer mee stopte want ja, ik liep gewoon op straat. Bijna thuis viel me ineens een zwerm vogels op, hoe mooi het is hoe een zwerm beweegt alsof het één lichaam is dat zich omrolt. Ik stopte met lopen, legde mijn hoofd in mijn nek om de zwerm te volgen. Ik heb er niet eens een foto of filmpje van gemaakt. Ik was aan het wandelen.

Elinor op donderdag

Ik was de ochtendstress-ruzie nog aan het overdenken. Het ging over walvissen en plastic zakjes die om de voor mij (lief hoor) gesmeerde broodjes waren getrokken en of onze dochter zou opgroeien in een post-nucleaire urban experience in plaats van onder wapperende bomen (je moet toch wat in de krap 40 minuten die je s’ochtens hebt). Ik werd afgeleid door het Arische hoofd van de bal tegenover me. Een prachtexemplaar: zijn schoenen; glimmende Van Bommels met nubuck hiel, zijn broek; een doffe glans in het diepe universum-blauw, het kwaliteitsklokje om de pols, dikke blonde lokken in een golvende slag, van die roze lippen waar je aan wil voelen, hoge jukbeenderen, een thermisch regenjasje, nergens een schilfer, vlek of rafel. Genen van oud geld. Zijn symmetrische hoofd (gulden gezichtsverhoudingen en korenblauwe ogen geloken) stak een flink stuk boven de stoel uit, zijn gespierde benen weggevouwen. Hij is de 1 meter 87 centimeter lange natte droom van menig Gooise schoonmoeder in spé. Lees verder

Elinor op woensdag

‘Het was echt lekker schatje *smiley blaast een hartje*,’ lees ik op de Blackberry van een jongen met acne naast me. Ik grijp me vast in de bocht waar net een andere warme hand heeft gezeten. Een thermische afdruk die ik de volle dag zal blijven voelen. Een pubermeisje vertelde aan haar vriendinnen dat Emmy de eerste dertien keer dat ze ecstasy had gebruikt bad was gegaan. Het waren de Goudstaafjes. ‘Wat een dedication zeg,’ verzuchtte een ander bakvisje.

Zouden alle mensen in de bus hun fietssleutels kwijt zijn? Ik kan me geen andere reden bedenken dat je het jezelf aan zou doen. De jongen met acne heeft plaats gemaakt voor een andere jongen met een zwart pak met rode stropdas dat je vanuit de verte onterecht als duur zou kunnen inschatten. Hij kijkt op zijn android filmpjes van auto-ongelukken. Ik krijg meer impulsen dan goed voor me is. Laat me waaien. Mijn benen maken fietsbewegingen, iemand ziet het.

Kim op woensdag

Vandaag heb ik gespijbeld. Ik heb de fiets gepakt. Ooo-ho, poh-poh-poh! In Nijmegen pak je niet zomaar de bus. Er zijn geen metro’s en geen trams. Je komt nergens zonder fiets. Ja, lopend, maar het regende en ik moest aan de andere kant van de stad zijn. Als ik een auto heb, doe ik alles met de auto, maar dat gaat op een gegeven moment ook vervelen. Je moet betalen voor het parkeren, je moet altijd nadenken over drankge(mis)bruik, en dan moet je vaak nog een eind door weer en wind (eerst op en neer naar de parkeerautomaat waar je vervolgens ook staat te vernikkelen want de parkeerautomaten in Nijmegen, dat is echt een wereld an sich) omdat er natuurlijk weer geen plek dichtbij was waar je gewoon recht vooruit in kon steken (ik noem mijn auto meestal ‘de overdekte brommer’, maar inparkeren lukt me nog steeds niet). De fiets is heilig. Lees verder

Kim op dinsdag

Ik ben twee keer echt hard gevallen met de fiets (dat ik me kan herinneren dan). De eerste keer was ik 12, ik zat in de brugklas, en ik fietste met mijn moeder en zusje naar de stad. We moesten een stoepje op, ik fietste te recht, de stoep was nat, mijn voorwiel gleed weg en ik ving mezelf op met mijn voortand. Eerste reactie: panisch de tegels afzoeken naar mijn afgebroken tand (ik herinner me dat er voetgangers voorbijkwamen die me uitlachten). De tand zat nog gewoon in mijn mond, maar was doormidden gescheurd. Bij de tandarts mochten we voor iedereen, hij kwam zelfs in de wachtkamer even kijken hoe ernstig het was. Lees verder

Elinor op dinsdag

Het hagelslagmysterie. Het minst mysterie-achtige mysterie ooit op de Nederlandse televisie uitgezonden. En toch hypnotiserend. Dit moeten ze in zo’n tijdscapsule stoppen om mensen over 300 jaar te verwarren. De dader komt als allereerste in beeld. 4 minuten genieten.

 

Elinor op maandag

Mijn fietssleutels liggen sinds vorige week vrijdag onder in een liftschacht te wachten tot de monteur van Otis de jaarlijkse controle komt uitvoeren ergens in juni 2015. Mijn fiets staat eenzaam, nat en ongebruikt in een tuin in Amsterdam. Sindskort heb ik een klus in Den Haag dus reis ik nu extra veel met het openbaar vervoer. Eerst had dat iets vakantie-achtigs, kwamen de ergernissen van doorgewinterde forensen mij nogal exotisch voor. Een dikke maand en behoorlijk wat reisuren verder snap ik ze wel.
Als kind vond ik het altijd wat armoedig als schoolgenootjes met het OV kwamen (ik was een beetje een verwend meisje). Lees verder

Kim op maandag

Ik ben niet zo’n wandelaar, daar heb ik het geduld niet voor. Ik pak voor alles de fiets, behalve als het glad is. Ik ben bang om te vallen, dus dan loop ik liever. Maar wandelen, nee. Mijn standaard looptempo is hoog genoeg om te vinden dat ik snelwandel of bijna ren (op de fiets heb ik er het tempo ook altijd goed in).
Een week zonder fiets, dat is echt een uitdaging. Voor mij dan. Nu moet ik wel overal de tijd voor nemen. Ik word daar een beetje zenuwachtig van. Morgen heb ik een afspraak in Arnhem. Hoe kom ik op het station? Toch niet met de bus?

Fiets-1

Dag, fiets. Tot volgende week.