op 
Ik kon vandaag mijn voorland bezoeken: Gerda Havertong kwam voorlezen in de bibliotheek (ik organiseerde het). Nu denk ik dat het het beste zou zijn voor de wereld als we ooit allemaal Gerda Havertong zouden worden (minus de veeleisende artiestencapriolen. ‘Is dit gekookt water?’ ‘Nee, dit is kraanwater.’ ‘Dat drink ik niet, ik drink alleen afgekoeld gekookt water.’ *loopt achterwaarts richting waterkoker* ‘Zo terug…’) – diadeem met een opengeslagen boek in het haar, lekker streng maar op de vriendelijke manier (‘Hallo, hebben we allemaal onze oren open? Ik zit hiehier!’), in de zeventig maar hartstikke op hakken (ik ook trouwens, dat kan ik gewoon nog), niet te serieus en continu grapjes makend over zichzelf, de kinderen en hun volwassenen (die allemaal compleet star struck van hun stoelen gleden), en lekker rechttoe-rechtaan. Wat een vrouw, zij ís gewoon een toestand, maar dan op de goede manier.
op 
Kim! Het is zondag en een week met toestanden is zo goed als voorbij. Zonder kleerscheuren! Ik liep vandaag rond een visvijver. Het hele terreintje was openbaar toegankelijk maar keurig aangeharkt en deed op de een of andere manier Duits aan. Er zaten een paar clubjes vissers, professioneel uitgedost met materiaal dat er duur uit zag. Er mocht niet gezwommen worden. Er waren ook twee Polen aan het vliegvissen, die liepen –samen met 1 hengel– het meertje rond. Als ik in het Zuiden ben kan ik me vrij makkelijk voorstellen dat ik er woon. Ik zou lid worden van tennisvereniging de Pletschmeppers, brood halen bij Dukers en waarschijnlijk ieder weekend naar Amsterdam verlangen. Je hebt mannen die kijken naar vuur en je hebt mannen die kijken naar water. Toen ik dat daar zei klonk het wel diep, nu denk ik: sja dat zijn wel vaak dezelfde mannen. Bovendien kijk ik zelf ook graag naar vuur.
PS geef D. een hengel voor z’n verjaardag. Of een goudvis. Desnoods een pakje lucifers.
op 
Vorige week stopte ik bij een tankstation omdat ik moest plassen en eenmaal binnen bleek dat je alleen contant kon betalen. Ik heb nooit meer contant geld, dus liep naar de kassa om dan maar 50 cent te pinnen voor de wc. Aan de balie zag ik de blik van de persoon achter de kassa van mijn gezicht naar mijn buik glijden. Hij schrok bijna en riep uit: nee nee, ga maar, ga maar, ik doe het deurtje open!
Vandaag heb ik 5 nutteloze rondjes door de Ekoplaza gelopen en toen een medewerker me uiteindelijk wees op de zwarte-peperkorrels bleek ik er zowat naast te staan. Dezelfde medewerker hielp me aan de kassa en zuchtte nog niet eens toen bleek dat ik de knoflook niet had afgewogen (ik ben AH-verwend). Ik weet eigenlijk niet of ze mijn buik had gezien of mijn gewaggel had herkend.
Mijn favoriete sportschooldocent Emilia is heerlijk streng en precies (ze is geboren in Roemenië, maar dat is niet de enige reden), als zij langsloopt tijdens pilates doe ik altijd nog een beetje extra mijn best (mijn doel is meestal het beste meisje van de klas te zijn).* Nu geeft ze me 1x in de week Zwanger en fit, en deze contradictio in terminis zegt al meteen een hoop over de inzet: het tempo is laag en dezelfde Emilia vraagt iedere 5 minuten of het goed gaat en herinnert ons eraan dat het altijd een tandje minder kan.
Vanavond zou eigenlijk het Wintertuinfestival plaatsvinden. In plaats daarvan nemen we een interview met een schrijver op voor de podcastreeks die het vervangt. Als collega mag ik erbij zijn, maar eigenlijk ben ik gesloopt. Iedereen is lief voor me, maar ik zit op de bank met fomo.**
* note de tegenwoordige tijd die ik hier bezig.
** update: ter compensatie heb ik nieuwe kleren gekocht.
op 
In Limburg was het vandaag bijzonder Limburgs; de heuvels leken nog heuvelachtiger dan gebruikelijk onder het stralende winterzonnetje, je kon bij dat precies goed gelegen wijngaardje gewoon wijn proeven, de buizerds vlogen al mauwend met de wandelaars mee. Zelfs de drommen mountainbikers zeiden netjes gedag en deden schijnbaar hun best ons niet onder te spetteren.
(Kies nu uit twee liedjes, deze of deze – een choose your own soundtrack-adventure, ik raad de eerste – Crazy Town, so sexy almost evil– aan maaaar Mariah ligt er in de tweede wel zeer toepasselijk bij te kronkelen.)
Het was… idyllisch. Tot iemand de wintervlinder te berde moest brengen, die nu kennelijk nog rond fladdert. Ten minste, het wintervlinder mánnetje. Vrouwtje wintervlinder heeft namelijk géén vleugels. Na haar leven als rups kruipt ze uit haar pop en blijft daar vervolgens vleugelloos liggen wachten tot het mannetje haar ruikt en komt bevruchten. Een onooglijk beestje bovendien, dat vrouwtje, praktisch onherkenbaar als vlinder.
Wat een walgelijk verhaaltje, ik werd er claustrofobisch van. Thuis ben ik het even gaan opzoeken en het bleek toch íets anders te zitten: het vrouwtje kan weliswaar niet vliegen maar wel kruipen en eenmaal uit haar pop kruipt ze naar boven de boom in waar de mannetjes al wachten. Ze kiest een leuke uit en na wat in de vlinderwereld kennelijk ‘de paring’ heet, kruipt ze al bevrucht verder naar boven om in de top van de boom haar eitjes te leggen. Ze hoeft in de tussentijd niks te eten, geen voorafje, geen toetje, omdat ze als rups zo’n lodderig vreetzakje was dat ze vervolgens geen honger meer heeft en daarna sterft ze, hopelijk zeer voldaan. Viel toch alleszins mee die wintervlinder.
PS. Blij dat je dat vroeg Kim, (zie Kim’s toestanden van vrijdag) die ‘kookwekker’ is namelijk helegaar geen kookwekker, maar een ADD-wekker. Omdat ik geen enkel tijdsbesef heb telt ie af als ik taakjes aan het doen ben, het is een audio-visuele reminder van hoeveel tijd er verstreken is. Tijdens hyperfocus verdwijnen de minuten in het niks, tijdens het uitstellen duren minuten uren. Ik kan nu even geen parallel vinden met het wintervlinder vrouwtje maar die is er vast.
op 
Halleluja het is vrijdag. Mensen wat een week, dat wil je niet weten. Het dieptepunt was toen ik na zwangerschapscursus probeerde te vertellen wat we geleerd hadden en ik me NIKS meer kon herinneren en het hoogtepunt toen ik me realiseerde dat ik de hele tijd overal te laat kom omdat ik steeds vergeet te vertrekken én twee keer langzamer fiets. Dus ik mocht gisteren spijbelen vanwege uitblijvende inspiratie vanwege langdurige slapeloosheid vanwege bewegende foetus vanwege groeiend leven vanwege zwanger vanwege toekomstplannen vanwege dat de aarde toch door IEMAND gered moet worden. Een bepaald hormoon (dat is gewoon waar ik het op ga gooien) heeft me overenthousiast gemaakt en dus moet ik dit weekend aan de slag voor 3 side projects (4 als je deze hier ook meerekent): een essay, een event en een podcast. En de verjaardag van D. (iemand nog tips? Zie dinsdag), inclusief familiebezoek. En ik heb hier dus nog zin in ook. Maar goed daar gingen we het niet over hebben.
Ik heb ook een tijdje aan de keukentafel gewerkt. Eerst vond ik het heerlijk om mijn werk te doen terwijl ik letterlijk midden in mijn huis zat, het gaf een bepaalde rust. Als ik mn laptop dichtklapte was ik gewoon thuis en het werk klaar. Toen gingen we de vrije lockdownuren gebruiken om de zolder op te ruimen en kwam er een bureau tevoorschijn onder het zolderraam – perfect belichte werkplek en ik was wel weer eens toe aan verandering van spijs. Toen bleek dat twee trappen af om te plassen/theezetten/eten/pauzeren/wandelen/water drinken niet haalbaar was en ik aan één stuk door driftig e-mails zat te tiepen of tegen het scherm zat te schreeuwen (videobel jij ook zo hard?) terwijl ik langzaam uitdroogde, mijn nieren het begaven en mijn lenzen zichzelf bij iedere knipper op- en afrolden, en toen ben ik snel weer beneden gaan zitten. Deze tweede lockdown kom ik prima door op zolder, maar ik wissel de plekken gewoon meer af. Ik zit ook weleens clandestien op kantoor (als de poets komt want die wil geen pottenkijkers). Ik vraag me eigenlijk maar één ding af aan jouw keukentafel: waarom staat de kookwekker daar?
op 
Joehoe! Vrijdag, vrijdag, VRIJDAG! Ik zat vandaag te werken in een kantoor dat niet van mij is omdat ik me even serieus moest concentreren en ik een chille buurvrouw heb die me gewoon de sleutel geeft en toen viel me maar weer eens op hoe makkelijk ik me laat afleiden in / door mijn gebruikelijke werkhabitat: de keukentafel. Dat is eigenlijk niet gek want de keukentafel doet ook dienst als seizoenstafel (er staat een verboden boek van Sinterklaas, waarvan ik alle pietjes een keer een make-over moet geven), groenten -en fruituitstalling, teken-en knutselhoek. Een zooi maar gezellig is het wel.
Ik weet niet of de foto iets toevoegt, wat vind jij Kim? Vallen je dingen op? Is de keukentafel een reflectie van mijn ziel? Ik heb zin in het weekend, ik ga naar Limburg een beetje door de bossen rossen, misschien een bitterbal afhalen ergens, wie weet een bokbiertje. Wat ga jij doen? Opeens bedenk ik me dat jij als carnavalsmens dit jaar leuk als knikker, OK oliebonk dan, kan gaan of als het bol.com mannetje (en heeft die eigenlijk een naam? Vast Bollo Of Benjamin Bolknak of Bokki Flypsjtor * omdat het niemand kan schelen behalve mij). En dan bedenk ik me dat er een pandemie gaande is en dat de carnavalspret dit jaar aan iederéén voorbij gaat wat voor jou misschien wel uitkomst biedt omdat oliebonken geen bier mogen drinken.
op 
Soms valt een dag wat zwaarder uit dan je van te voren bedacht had. En dus heb ik recht op comfort food. Dat is wat mij betreft niet perse iets met puree en quatro fromagios saus maar de food moet vooral voorhanden zijn. Dat ik er niet voor hoef om te fietsen is al comfort genoeg. Dus eet ik zo soep. Van gisteren. Het is een beetje saaie soep, zoete aardappel, linzen en wortel zonder noemenswaardige kruidigheid. Eerlijk gezegd ga ik ook geen soep eten maar een zakje biologische maissnacks (paprika) en Jane the Virgin kijken. Voorspelbaar op het belachelijke af en precies wat ik nodig heb.
op 
Vandaag kwam mijn kraampakket. Ik heb er een steeds minder feestelijk wordende unboxing-video van gemaakt. Er zat werkelijk NIETS leuks in. Echt. Helemaal. Niets. Zelfs het babyleesboek lijkt me taaie kost (het gaat over verzekeringen). Ik heb het nog niet uitgepakt want ik was zo benieuwd naar het volgende pak gigantisch kraamverband.
op 
Het is woensdag en ik heb vandaag gespijbeld. Voor m’n gevoel dan. Want ik kan als freelancer van niemand anders spijbelen dan van mijzelf en de deadline waarvan het puntmutsje steeds net overal bovenuit piept. (You can run, but you can’t hide. Liedje!) Ik ging met een fijne vriendin naar de Hortus, want dat is echt een heerlijke plek om te bomen en de koffie is uitstekend. We hadden 1,5 uur en daarin moest behoorlijk veel doorgenomen worden. Dus ik ben nu nogal schor. Het schijnt zo te zijn dat des te vaker je elkaar ziet des te meer je elkaar te zeggen hebt. Ik weet het niet. In ieder geval vond ik daar deze walnoot-achtige:
Ik stak hem in mijn jaszak en omdat ik het beredruk heb dacht ik, eenmaal thuis, eens even opzoeken wat voor noot dit eigenlijk is. Daar gebruik ik een leuke app voor, ObsIdentify. Het is soort van de Shazam voor de beginnende natuurliefhebber. Maar ObsIdentify heeft duidelijk nog wat kinderziektes want mijn noot herkende hij niet. Volgens ObsIdentify is het een cape gooseberry, er stond een foto van zo’n oranje lampionnetje bij die antroposofen graag in de tuin hebben staan. Zelfs ìk weet dat die vlieger niet opgaat.
Dus klopte ik net in de google balk: ‘nut that looks like a walnut but definitely is not a walnut’ in. Dat had inderdaad vast korter gekund. Na een aantal sites te hebben doorploegd, gemaakt door mensen met een grote passie voor noten en wat minder oog voor gebruikersvriendelijkheid, kwam ik met mijn eLIdentify skills op de bitternut. Inderdaad familie van de okkernoot oftewel de walnoot én van de pecan trouwens ook. Bitternut, straks eens even kijken of ik daar een boompje van kan kweken.
Mijn vertrouwen in ObsIdentify was wel enigszins geschaad maar toen ik elinor-zonder-tand er doorheen haalde bleek hij toch vrij accuraat.
op 
Ik vind mezelf een vrij attent iemand. Ik stuur appjes als ik hoor dat het iemand slecht gaat. Ik zing voor jarigen. Ik stuur mijn oma iedere maand een kaartje (sinds corona). Ik kom mijn afspraken na. Ik onderhoud vriendschappen. Ik ben op tijd (al moet ik zeggen dat sinds het hele project-zwangerschap ik regelmatig op de tijd van afspraak nog op mijn sloffen door het huis ren omdat ik niet precies meer weet hoe ik dat geregeld krijg – vertrekken. Kan ook door corona komen). Ik ben alleen niet zo goed in cadeautjes. Toen ik laatst een vriendin te lunchen had realiseerde ik me pas halverwege de middag dat dit onze privéviering van haar verjaardag was en dat toen ik kort na míjn verjaardag bij háár kwam ze een stapel cadeaus had klaarliggen en ik was dat vergeten maar gelukkig bladerde ze geïnteresseerd in een boek waar ik er twee van had dus kon ik haar het andere exemplaar geven zonder erbij te zeggen ‘dit is voor je verjaardag’ want het was niet voorbereid en dus niet ingepakt en dat stond echt rommelig. Ik voel me er nog steeds schuldig over. Wat neem je mee als je ergens op visite gaat? Ik denk daar altijd pas aan als ik al aangebeld heb. Lees verder
op 
Het was er op de een of andere manier ingeslopen. Van ongeschreven regel naar keiharde wet: een afspraak kom je na. Ongeacht of het je misschien verschrikkelijk slecht uitkomt. Nu blijkt: een afspraak mag je gewoon verzetten of afzeggen. Zelfs vrij kort van te voren (al maak je daar geen vrienden mee). Je hoeft er eigenlijk niet eens een reden voor te geven. Doe ik over het algemeen wel, meestal niet de echte reden. Mensen mogen bij mij ook afzeggen, zonder dat ik er helemaal van doordraai of tactisch ga guilt trippen. Fijn juist, dan mag ik het een volgende keer ook zonder schuldgevoel bij hen doen. Ik ben heel blij dat ik hier achter ben gekomen, want ik deed heel veel dingen tegen mijn zin in. Gewoon omdat ik dacht dat het moest.
Vandaag las ik (in de wachtkamer van mijn psycholoog) een stukje over iemand die van háár psycholoog toestemming kreeg om de afwasmachine een tweede keer te laten draaien. Een TWEEDE keer!? Ja joh, zelfs een derde keer. Wuut!
op 
Het is maandag! En wat zou een maandag zonder toestanden zijn? (Een dinsdag, woensdag?) Even een lekker liedje erbij? Doen.
Mijn maandag begon met een voor sommige mensen onconventioneel probleem: mijn tand viel eruit. Zoals ik aan Kim appte (om even op te warmen voor deze week), dat gebeurt zo nu en dan, het is default elinor. En ja ik praat hier even over mezelf in de derde persoon om elinor hiervan te distantiëren. De lijm laat los of elinor heeft iets te hartstochtelijk op een pen gekauwd en die tand* valt eruit en dan verandert ze tot ze bij de tandarts terecht kan (en dat is in deze corona-tijden nog helemaal niet zo makkelijk) in een middeleeuwse dorpsgek. ‘Is mét tand niet veel anders,’ aldus Kim. Elinor neemt het als een compliment, bovendien verklaart het waarom ik telkens salto’s maak en graag extra lange puntschoenen met belletjes eraan draag. Own it.
De volgende toestand was minder snel opgelost: ik moest een stukje vertalen dat Heel Erg Slecht geschreven was. Dat mag ik zeggen omdat ik zelf regelmatig slecht schrijf. Daarbij had ik het al een keer aangegeven, dat dat stuk niet in orde was (met onderbouwing overigens) en ja, er is toen iets aan veranderd maar nee ende helaas, Lees verder
op 
De eerste keer dat D. een rompertje vasthield vroeg hij verbaasd: hoe krijg je hier een kind in? We zijn in verschillende stadia van begrip en acceptatie van de huidige toestand. D. kan zich al een werkelijkheid met baby voorstellen, ik schrik af en toe nog van mijn buik als ik mezelf en profil in een passpiegel zie. Of winkelruit. Of als ik naar beneden kijk. DAAR ZIT EEN KIND IN!
Van vriendinnen kreeg ik dit weekend 7 shoppers vol met positiekleding, hydrofieldoeken, slaapzakjes, sokjes en rompertjes. Alles wat klein is gewoon heel schattig en voor mijn kind kan ik straks iedere dag meerdere outfit changes plannen – of het vorige setje nu is ondergekotst of niet.