op 
Heel erg veel Pasens geleden kwam je bij mij op bezoek. Of misschien was je al in Nijmegen en gingen we ergens heel veel drinken. In ieder geval had je een ei bij je. Het was blauw geverfd en het was voor mij. Het heeft een tijdje op ons aanrecht gelegen – ik wist niet goed wat ik er mee moest, met dit cadeau, en ik vergat elke keer er salade van te maken. Dat ei is niet meer goed hoor, zei D. na een paar dagen. Maar ik vond het toch gek om weg te doen. Tot het van het aanrecht rolde en de keuken onder plakkerig eiwit zat en de dooier langzaam over de tegels liep. Het was ongekookt. Ik vraag me nog steeds af hoe je het voor elkaar kreeg een ongekookt ei blauw te verven, het te vervoeren naar Nijmegen en vervolgens cadeau te doen voor Pasen. En ook: waarom.
Ik houd enorm van eieren. Ik probeer wel veganistisch te eten soms, maar ik kom altijd weer terug bij kaas en eieren. Tijdens de quarantaine heb ik besloten dat dat ok is, maar eigenlijk zou het juist nu makkelijker zijn om te laten staan – ik eet toch alle maaltijden thuis. Als ik onderweg moet lunchen koop ik vaak een ei bij de AH to go. Een gekookt ei, welteverstaan. Die zijn kneitertjehard – er zit een soort vernislaag over de schil waardoor je die eieren echt hard tegen het treintafeltje moet slaan om er en barst in te krijgen. Ze hebben bij de to go ook van die minizakjes peper en zout. Daar kan je niet mee doseren zodat ik meestal één heel zoute pittige hap heb en de rest gewoon ei – maar ik werk dat prima weg. In de trein. Ergens naartoe. Toen dat nog kon/moest/mocht/nodig was.
Er zijn 2 dingen die echt hard gaan in ons huishouden momenteel: cheddar (voor over de gebakken eieren en groenteburgers), en Nutella (daar eten we ons gewoon helemaal ongans aan). Ik vraag me af of het nu anders is voor de katten in de buurt. Misschien vinden ze het irritant dat in alle tuinen de hele tijd mensen zitten, waardoor zij hun gang niet zomaar kunnen gaan, is er minder te snacken te vinden op straat (ik haal in ieder geval wel minder afval uit mijn voortuin), zijn de parken stiller waardoor het hun domein geworden is, en is er een continue jacht op muizen en vogels aan de gang. De honden worden meer dan ooit mee uit wandelen genomen. Taksi komt nog steeds thuis met korstjes in zijn nek en schrammen op zijn neus. Business as usual.
Voor honden en katten is er helemaal geen crisistijd, alleen maar meer aandacht, meer snoepjes, meer geaai (al dan niet gewenst). Als wij ooit weer vrijgelaten worden (al dan niet ’terug’ naar ons ‘normale’ leven) kom ik een ei terugbrengen, El. Of een bot voor een nog aan te schaffen hond.
op 
op 
Taksi houdt niet van:
– spelen
– plastic zakken (en dan vooral het uitslaan ervan)
– mijn fijne, zachte Netflix-bingedeken met het universum erop
– buiten geaaid worden (decorumverlies?)
– opgepakt worden
– onder een deken/handdoek/hoedje zitten
– luikjes
– zijn zin niet METEEN krijgen
– felle zon en hitte (legt zichzelf languit als een plasje kat)
– karton
– ronddansen in de kamer met mij
– de dierenarts
– korstjes (moeten wij eraf krabben)
(op klikken helpt)
op 
Sleetje rijden.
Er zijn minder leuke kanten aan honden. Zelfs ik vind dat. Zo ken ik een doberman die geopereerd moest worden omdat ie per ongeluk een maiskolf had ingeslikt. Ronduit onsmakelijk zijn de anale problemen die zijn ontstaan doordat de hond wolf af is. Heb je weleens een hond gezien die met z’n achterpootjes omhoog z’n hondenanus over de vloer schuurt, Kim? Het ziet er niet uit. Ik ken mensen die het heel grappig vinden, vrienden van me zelfs. Ik heb er ook weleens om gelachen maar inmiddels ben ik woke. Want ik heb mezelf ge-educate en nu weet ik dat het komt door gevulde geïrriteerde anaalzakjes.
De anaalzakjes zijn klieren met buisjes die uitmonden in de anus, Kim. Daarin zit een krachtig goedje, dat vroeger toen de hond nog lupus was z’n territorium afbakende, een kilometers ver reikende geur. Onze gedomesticeerde viervoeter is nog steeds uitgerust met die handigheid maar heeft alle lust verloren hem in te zetten. Net als onze blinde darm zijn de anaalklieren nog maar van weinig nut maar ze kunnen je dus flink dwars zitten. Lees verder
op 
YouTube bestond onlangs 15 jaar. Het begon ooit als datingsite, waar mensen een filmpje van zichzelf konden uploaden om zich voor te stellen en iets over hun hobby’s te vertellen. Het werkte niet. Wat wel werkte, was het delen van kattenfilmpjes. Ik kan me niet voorstellen dat er iemand op deze aarde is die niet getroost kan worden met een compilatie filmpjes van katten die iets geks doen: heel erg hard schrikken, van de tv vallen, in een vaas kruipen, en salto maken, een salto net niet halen, een ander dier slaan, bang zijn voor apparaten, heel erg veel kabaal maken, in de bank verdwijnen, op hun achterpoten lopen, op hun voorpoten lopen, achter hun staart aan rennen, bezig zijn met karton, spiegels niet begrijpen. Toch is mijn lievelingsfilmpje van een hond. Het heet ‘world’s dumbest dog’:
op 
Mijn zusje is doodsbang voor honden. Voor alle dieren, maar zeker voor honden. Dat hebben honden altijd haarfijn door, dus komen ze altijd vol enthousiasme op haar afrennen. Dat zorgde in ieder geval vroeger altijd voor verschrikkelijke paniek. Ik snap het ergens wel. Wij zijn niet opgegroeid met dieren, wat ze onbetrouwbaar maakt. We zijn allebei ook niet zo goed met autoriteit nemen.
Ze is ook bang voor haar eigen kat. Ik ben zo dol op Taksi dat ik me steeds opnieuw vergis in zijn nagels. Ik houd ook erg van stoeien. Taksi niet. Toch word ik maar niet bang. Ik probeer het altijd weer opnieuw, pest hem met eten tot hij uithaalt, kietel op zijn buik tot hij gaat schoppen, dans met hem door de kamer tot hij zich uit mijn handen klauwt. Ik ben denk ik eigenlijk te onrustig voor een kat. Mijn zusje te bang en te paniekerig.
Huisgenoot D. is de kalmte zelve. Dat vinden katten fijn. Als Taksi na het eten de kamer inloopt roep ik het altijd meteen kloppend op mijn bovenbenen uit: jaaaa Taksi, kom maar hier, kom maar, kommaar, kommarrrrrrrrrr Taaaaaaaaaksi, TAKS. Taksi is daar niet van onder de indruk, en bekijkt even rustig zijn opties: de vensterbank, het mandje, de zitting van een keukenstoel, DE SCHOOT VAN D. Het wordt altijd het laatste. Ik behoor niet eens tot de opties. Het is eigenlijk gewoon niet mijn kat, maar die van D.
op 
op 
Ik heb weleens geprobeerd met Taksi te wandelen. Ik kom hem namelijk regelmatig op straat tegen als ik terugkom van boodschappen doen of van de bushalte naar huis loop, of de laatste weken wanneer ik mijn dagelijkse coronawandeling maak. Meestal duurt het even voor ik hem opmerk, want ik luister lopend graag podcasts (en tegenwoordig ga ik lopend bellen omdat ik anders echt 8 uur per dag naar mijn beeldscherm zit te schreeuwen), maar dan zie ik ineens iets in mijn ooghoek bewegen en blijkt Taksi al een tijdje miauwend naast me te lopen (netjes op 1,5 meter afstand). Als ik hem gedag zeg wordt hij vaak zo enthousiast dat hij voor me uit richting huis holt, onderweg stoppend om me hard toe te miauwen want ik ga niet snel genoeg (geluid AAN).
op 
We leven in een bijzondere tijd. Heel bijzonder ja.
Superbijzonderspeciaal. En doodeng. Ik fietste net langs een mevrouw met watjes in haar neusgaten. Het zag er een beetje mal uit. Niet zo mal als de dame op een fiets die haar man aan een riempje had. Hij jogde gezellig mee. Maar waarom.
Rokjes-dag is met-haar-op-je-benen-thuis-op-de-bank-zitten-en-lekker-lang-aan-je-kruis-krabben-dag geworden.
Hoewel, vandaag heb ik toch heel veel blote benen gezien. Veel bruine benen ook trouwens, HOE KAN DAT? We hebben drie uur zon gehad, iedereen was toch binnen? De zonnebanken waren toch ook dicht? IK SNAP HET NIET.
Wie echt het rambam kunnen krijgen zijn motorrijders. Waarom moeten die fœkkers ZOVEEL GELUID MAKEN? Is dat leuk, dat het alarm van de brommer naast je afgaat als je optrekt? Is het leuk als er een kind schrikt van je knalpot? NEE DAT IS NIET LEUK, LUL. Wat een stelletje dildo’s. Ja sorry hoor. Ik snap het gewoon niet. Ik snap veel niet.
‘Ik heb vandaag niet zoveel honden gezien,’ net toen ik dat dacht zag ik er opeens heel veel achter elkaar. Daar was ik blij om want ik had zin om honden te zien. Lees verder
op 
Je lijkt wel een Spanjool Kim. Die honden zijn juist reterelaxt. Ze slapen 15-18 uur per dag, en ja ze moeten uit maar dat schijn je er voor over te hebben. Je weet niet beter, zeggen honden eigenaren dan. En ik geloof ze. Sterker nog, eruit moeten met een katertje voor die spitsneus is juist goed voor je. Hups het bos in, verse lucht, spiermassa kweken. Eenmaal terug na een lange zompige wandeling mag je je holletje weer in ouwe hobbit, met een lekkere pul boterbier. Zelf zie ik het hond hebben het liefst zoals bijgeleverd filmpje van Adriene. Kijk daar ligt-ie, Benji. Adriene houdt me op de rails deze dagen, want ik zit thuis, al weken te werken met een kind erbij (op 60m2, minibalkon) en dat gaat me niet in de koude kleren zitten kan ik je vertellen. Godsakke wat een toestand. En dan hebben wij het nog goed. Maar zoals Adriene dus. Licht appartement met drie etages, berenlenig, ’s ochtends een beetje joggen met Benji, door de bergen misschien, doe ik morgen het strand, dan enige stretchoefeningen, dutje doen, wat mensen geruststellend toespreken en ayurvedische hapjes bestellen. Ik ga even downwinden. X
op 
Ik vind die honden nogal spits. Ze lijken me zenuwachtig, met van die trillende spiertjes. Ik ga al zitten wippen met mijn voet als ik er nog maar aan dénk. Zo’n springend mormel dat de hele tijd heen en weer rent als je opstaat en per ongeluk naar de riem kijkt, dat tegen je opspringt het moment dat je de deur opentrekt als je zeiknat van die ene stortbui thuiskomt na een veel te lange werkdag (oh the joy), dat bij gebrek aan speeltje aan je nieuwe sneakers begint als je die in de woonkamer laat slingeren, die IEDERE DAG drie keer moet lopen. Ook als je een kater hebt. Lees verder
op 
Mijn nichtje in Spanje heeft een hond. De hond lijkt niet gemaakt voor het Spaanse klimaat, bearded collies hebben lang dik haar en dat beest ligt het liefst op de koude vloer, als hij al loopt is het hijgend en puffend. Ook sleept ie hopen zand mee naar binnen in z’n dikke vacht die vol zit met klitten, Dreadlock Pussy noemen we hem. In het dorp waar mijn nichtje woont is precies nog zo’n hond die wel een baasje heeft met discipline (en misschien wat minder te doen). De hond wordt drie keer per dag geborsteld, gebruikt conditioner uit een glazen pot en mag nooit in de zee zwemmen. Omdat ze een hond heeft mag mijn nichtje vaker naar buiten dan andere mensen want een hond is een legale reden om buiten te zijn op het moment. De hond mag zijn behoefte doen en dan moet je gauw weer naar binnen. In Spanje gaan ze vooral met hun racehonden niet zo leuk om. Als die hele corona-toestand aanhoud dan ga ik ervoor, ik reserveer Otono en Daniels vast. Ik ben erg benieuwd wie jij zou kiezen Kim: Greyhound rescue.
op 
De eerste keer dat Taksi gewond thuiskwam zat ik aan de keukentafel te werken en kwam hij achter me op de stoel liggen uithijgen, languit om mijn heupen gekruld. Dat had hij nog nooit gedaan en zou hij daarna ook nooit meer doen.
Taksi heeft veel vijanden in de buurt. Waar precies weten we niet. We hebben geen idee waar hij allemaal komt. Laatst vertelde iemand me dat een kat met wondjes op de rug meestal het onderspit delft – die wordt nog nageschopt onder het wegvluchten. Taksi is de winnende kat, hij heeft meerdere littekens op zijn neus van oude vechtpartijen en komt regelmatig met ‘vreemde’ vacht onder zijn nagels thuis. Lees verder