op 
D. en ik willen dit jaar een lange reis maken. Een Echt Lange Reis. Het idee is er al: in zes weken van New Orleans naar San Francisco reizen. Een auto huren en onderweg slapen in motels. Tijdelijk genieten van het vrije leven in de United States of America, net als in de film. Ik heb nog een seconde getwijfeld of we wel moesten gaan nu Trump er president wordt, maar we konden geen ander land vinden dat we net zo graag wilden bezoeken, en ach, mensen gaan toch ook schaamteloos op vakantie naar China en allerlei andere verstokte dictaturen in Azië?
We weten al dat we niet met een camper willen – dat is eigenlijk duurder (en D. durft er niet in te rijden), over de route zijn we nog niet uit. Maar dat hoort bij vrij leven. We boeken alleen een slaapplaats in de eerste en de laatste stad die we bezoeken. Meestal heb ik er eindeloos veel zin in – ik ben nog nooit zo lang weg geweest, zeker niet naar een ander continent, zeker niet met een lief, zeker niet zo spontaan en met slechts de Lonely Planet onder mijn arm.
Ik ben niet zo goed in vakantie – het geeft me soms meer stress dan gewoon doorwerken. Ik ben wél heel goed in organiseren: daarom heb ik een AMERIKAMAP gemaakt. Daarin zit een envelop met ons eerste spaargeld (van de ouders gekregen met kerst), een uitgescheurd artikel uit de Kampioen (Leon Verdonschot op reis langs de beste jazz-steden van de US of A), een printje van Google Maps zodat we niet steeds opnieuw hoeven op te zoeken welke staten we ook alweer doorkruisen, een lijstje met relevante websites, een checklist net nota bene’s en de begroting. Die liet ik aan D. zien.
‘Ai,’ zei hij.
‘Ja,’ zei ik. ‘Maar we hebben al ééntiende. Dat zit in die envelop.’
Deze week gaan we boeken. Hier hebben we het al over sinds we met elkaar gaan. Nu hebben we een huis en een kat en een kerstboom. Vooralsnog weet ik nog steeds niet precies hoe ik New Orleans uit dien te spreken. D. wel. Die is al helemaal voorbereid.