op 
De eerste keer dat ik met Oud & Nieuw uit mocht was ik 17 en had ik een zeer stevige griep te pakken. Al de hele week lag ik rillend en zwetend in bed. Ik kan me niet herinneren dat ik verder ooit zo ziek ben geweest. Ik krijg meestal gewoon een koortslip in plaats van griep. Maar goed, ik was 17. Ik moest en zou naar dat feestje, door een beetje griep liet ik me niet tegenhouden. Dit was immers HET moment om te shinen. Dus 4 paracetamol erin, proberen wat te eten, en vlak na 12 uur kwamen vriendinnen me ophalen. We gingen naar The Pitt.
Ik was in die tijd alto, of tenminste, dat probeerde ik te zijn, en The Pitt was echt the place to be. Het was precies wat de naam doet vermoeden: een klein, laag, bedompt, donker hol, met een bar, 2 gokautomaten, een dj-booth, een kleine dansvloer en achterin de smerigste wc’s ooit. Het volk paste er ook precies: veel ongewassen wollen truien, wijde broeken, zwarte make-up. Wij, mainstream alto-meisjes, hoorden er eigenlijk niet thuis. We wisselen steeds van plek met de metal-goths op de dansvloer. Wij Krezip, zij Rammstein.
Van de avond zelf kan ik me weinig meer herinneren. Het zal geweest zijn wat Oud & Nieuw-feestjes in een kroeg bijna altijd zijn: gewoon hetzelfde als de feestjes op andere dagen. Kaartjes kopen voor een feestje in de stad met de jaarwisseling is in mijn ogen gewoon geld betalen voor een teleurstelling. Doe mij maar huisfeestjes waarbij iedereen snacks en dringen meeneemt en je om half 7 ’s ochtends op de salontafel staat te dansen met een cocktail van de allerlaatste drank in je hand. De enige herinnering die ik nog heb aan die nacht in The Pitt is dat rond drie uur de paracetamol was uitgewerkt. Ik had die avond alleen maar cola gedronken, en toen ik aan de bar om een glas water vroeg om nieuwe tabletjes mee weg te spoelen moest ik daar gewoon twee euro voor neertellen.