op 
Ik kan heel erg goed hard werken. Het duurt even voor ik op gang kom, ik ben een soort dieseltje, maar als ik dan eenmaal bezig ben, blijf ik ook gaan. Wakker worden, werken. Thuiskomen, werken. Eten, werken. Ik was nooit moe, ik kon altijd. Echt een handige kwaliteit is het niet, want ik moet me constant inhouden: het is namelijk funest voor de creatieve kwaliteit van je werk als je er de hele dag alleen maar e-mails doorheen zit te rammen, punten op je to do-lijst zit af te vinken in een tempo waar iedereen, inclusief jijzelf, een beetje duizelig van wordt. Eén keer heeft het me de kop gekost. Ik dacht: even suuuuuuperhard gaan en dan is het voorbij, na die en die datum, als dat en dat moment is geweest. Lag ik zo stijf als een rietje in bed. Ik kon niet meer ontspannen, daarvoor was het adrenalineniveau in mijn bloed te hoog. Film kijken: iedere tien minuten op pauze om even iets op te ruimen. Wandeling maken: bang zijn dat ik verdwaal dus steeds hetzelfde rondje. Niet meer in mijn e-mail kunnen: stiekem de werkagenda checken om toch te weten waar iedereen mee bezig was. Het enige dat hielp was taarten bakken. Maar ik ben niet zo’n keukenprinses, dus echt lekker waren ze niet. Na zes weken mocht ik weer een beetje aan het werk. Na een half jaar was ik weer helemaal gereïntegreerd, zoals ze dat dan noemen. Pas na anderhalf jaar voelde ik me weer hetzelfde, had ik weer dezelfde energie, voelde ik weer evenveel gevoelens. Ik kan nog steeds heel hard werken, alleen ben ik nu daadwerkelijk moe aan het eind van een drukke week en klap ik met liefde mijn laptop dicht. Enorm hard kunnen gaan voelt als een soort gat dat ergens in mijn onderbewuste zit. Het is afgezet met pionnen en rood-wit lint, maar het is er altijd. Meestal is het ver weg, maar soms ben ik er dichtbij, dan sta ik bijna op de rand. Ik wéét dat ik erin kan vallen, springen zelfs, maar ik kies er voor dat niet te doen. Dat doe ik heel bewust. Ik heb er geen tools voor, dat lukt gewoon. Ik kan heel erg goed hard werken, en daar kan ik blijkbaar heel gedisciplineerd mee om gaan. Superfijn hoor, kon ik dat ook maar zo met alcohol, ongezond eten, sigaretten en sport.