Kim op woensdag

‘Hoe zou je het willen hebben?’ vroeg de kapster. Het was zo’n zaak waar je gewoon binnen kan lopen, zonder afspraak. Het was zaterdagmiddag, maar ik hoefde niet lang te wachten.
‘Ik zou wel weer graag een kapsel willen. Ik heb het laten groeien, maar nu is het alleen nog heel veel haar.’
De kapster knikte. ‘Er hoeft niet veel van af,’ voegde ik toe.
De kapster pakte een lok haar vast. ‘Maar toch wel iets,’ zei ze, ‘de onderste twee centimeter zijn nogal dood. Ik zou je willen aanraden iedere drie maanden naar de kapper te gaan. Ook als je het laat groeien.’
Ik knikte. ‘Ja. Sorry.’
‘En de kleur?’ ging ze verder. ‘Hoe lang geleden heb je het geverfd?’
Ik trok mijn wenkbrauwen op. ‘Dat is nog van de zomer, ik verf het nooit.’
‘Oh… Heeft echt nog nooit iemand tegen je gezegd dat het op uitgroei lijkt?’
Dit begon ongemakkelijk te worden.
‘Ik kan er high lights in zetten. Dan wordt het wat meer een geheel.’
‘Dat lijkt me een goed idee,’ zei ik, ‘doe maar. Dan doe ik er misschien nog eens iets mee dan alleen een in een staart. Kan ik het een keer opsteken.’
De kapster knikte opgetogen.

« vorige - volgende »